Jouw reis, niet jouw keuze..

De route

De dagen samen in X’ian werden besteed aan niets doen en daarna de rest van onze reis plannen. Nog 18 dagen in China, wat te doen? Er waren veel opties. Omdat Tibet in de eerste instantie was afgevallen waren we geïnteresseerd geraakt in de zijderoute naar Kashgar. In het westelijkste puntje van China. Na een paar zinderend hete dagen in X’ian waren we ons bewust geworden dat de hitte funest is voor de zin om ook maar iets te ondernemen. Om dan een trip naar de woestijn te doen leek ons daarom toch geen goed idee. Ook hoorden we geruchten dat buitenlanders daar nu niet toegelaten zouden worden in verband met de minderheden daar en de olympische vlam. Dan weer terug naar Tibet. Dit was toevallig de dag voordat we gingen plannen drie maanden weer opengesteld voor buitenlandse toeristen. We probeerden erachter te komen hoe we dan aan een  reisdocument (vergunning) konden komen, nodig voor het bezoeken van Tibet. Dit bleek niet zo makkelijk als gedacht. Hier zijn de regels waar je op dit moment aan moet voldoen om Tibet binnen te komen:

1.Je moet 10 dagen van tevoren je vliegreis hebben geboekt
2.Je moet met een groep zijn met mensen van dezelfde nationaliteit
3.Je moet al je accommodaties al hebben geboekt
4.Je moet al precies weten wat je elke dag wilt gaan doen
5.Je moet verplicht, constant en overal een ‘guide’ met je mee laten gaan.

Ze hebben er zeg maar alles aan gedaan om mensen niet binnen te hoeven laten en als je er al komt is er helemaal niks meer aan. Het is zo beveiligd als Noord-Korea en het verbaast ons niks als er niet ook zo’n sfeertje hangt. Weer een bestemming die we konden afstrepen. We doken weer in de rough guide en vonden een supermooi plekje dat de sfeer van Tibet moest benaderen: Xiahe. Een plek aan de rand van het Tibetaanse plateau met prachtige bergen op de achtergrond en een Tibetaans klooster waar veel pelgrims op afkomen.

Deze zijn gekleed in de mooiste kleuren en dit moet samen met de in geitenhuid geklede nomaden uit de omgeving de mooiste plaatjes opleveren. Het grenst aan uitgestrekte heuvel en graslanden waar de nomaden hun paard verhuren voor een uurtje om een lekker stuk te rijden. We zagen het helemaal zitten, hier konden we wel een weekje blijven. Er zaten ook nog eens allemaal leuke tentjes en het was niet ver weg. Het eindplan was: langzaam met de trein terug naar Beijing terwijl we onderweg een aantal interessante plekken bezochten.

Lanzhou

Om in Xiahe te komen moesten we eerst door Lanzhou, daar vertrok de bus naar Xiahe. Een lelijke stad die niet veel te bieden had. Toen we incheckten bij het hotel vroeg de receptioniste wat onze volgende bestemming was. Het prachtige plaatsje Xiahe zeiden wij en ze reageerde met een frons: ze wist niet of dat wel veilig was en misschien was het forbidden. Ze pleegde een telefoontje en kon ons daarna vertellen dat alles ’safe’ was. Top. We liepen het stadje rond en ontspanden op de kamer. We belden voor de zekerheid nog wat hostels. Zodat we alvast een kamer hadden. De Tibetaanse gerunde hostels in de Rough guide moesten super zijn. Alledrie de hostels gaven ons hetzelde antwoord. Ze konden geen buitenlanders laten verblijven. Een gaf aan dat dit om politieke redenen was. Dit vulde het ’safe’ verhaal van de receptioniste in als onder hevige controle.

De volgende ochtend pakten we de taxi naar het busstation. We werden met zeer veel verbazing  en verwondering aangekeken. Hier kwamen duidelijk nooit buitenlanders. Na de X-ray liepen we naar het loket. Daar gaven we het briefje met onze bestemming. De dame achter de counter keek ons aan en schudde haar hoofd. No was het antwoord. Waarom niet? Vroegen wij. Ze maakten een gebaar met haar handen naar haar gezicht en wees naar ons. De zaak was duidelijk, we mochten er niet heen omdat we buitenlanders waren. Wat ontzettend frustrerend. We wisten dat er een Tibetaans klooster zat maar niet dat de Chinese overheid zo paranoia was. We kunnen gewoon niet reizen waar we willen.. en dat is frustrerend. Toch moeten we ook niet teveel verwachten van China.

Het is tenslotte nog steeds een staat met 1 partij en hoewel ze aan de buitenkant proberen ruimdenkend en commercieel te zijn, blijkt aan de binnenkant dat ze bang zijn om de controle te verliezen, alles met enigszins risico hermetisch afsluiten en zo bepalen hoe jij moet reizen. We verwachten dat deze  aanscherpingen ook te maken met de olympische spelen, de Chinese coming out party, waar zij het koste wat kost goed op willen doen. We waren er helemaal klaar mee en gingen toen meteen door naar de volgende bestemming op het lijstje: Zongwhei. De treinreis was weer ontspannen en we hadden onze favoriete noodles weer ingekocht. Aan boord heb je namelijk altijd heet water om je noedelsoep of eigen theebeker mee te vullen. Zo blijkt maar weer hoe zeer thee geworteld zit in de Chinese cultuur. Onderweg zagen we hele aparte landschappen alsof iemand een plaatje voor de ruit had geplakt.

Martijn in de trein aan ons favoriete noedelsoepjeEen prachtig plaatje van de treinEen surrealistisch landschap vanuit de treinOnze eerste sneak peak van het groen, de bergen en de woestijn van Shapatou

Net gemist
Toen we in Zongwhei aankwamen hing het vol met gekleurde vlaggetjes en droeg iedereen een I love China T-shirt. Een ’spontane’ massale uiting van vaderlandsliefde? Nee we hadden net de olympysche vlam gemist die dag. Er hing een vrolijke sfeer en de stad was helemaal schoongeveegd. De eerste twee hotels (waarvan er een in de rough guide stond) wilden ons niet laten verblijven. Zij zaten zogenaamd vol, een discrete manier om te laten weten dat ze geen politievergunning hebben om buitenlanders te laten verblijven. Ze verwezen ons door naar het duurdere hotel. Daar wilden we eigenlijk niet verblijven want we reizen toch met een budget. Toen we eenmaal binnenkwamen en in een moeizaam enigszins Engels gesprek duidelijk hadden gemaakt dat we echt niet meer konden betalen dan ¥120 gingen ze akkoord met deze ¥200 lagere prijs. Zo zie je maar: altijd onderhandelen!

Carolien legt uit wat we willen eten…Iedereen zijn eigen mooie zadelkleedjeDe Bell tower van Zongwhei versierd in olympische stijlHet geldtransport wordt beveiligd met shotguns!

Met het gezin er op uit met de motor, jong geleerd…

Dat we met een kerel en dame in de lobby op de foto waren geweest kan ook geholpen hebben, want later zagen we deze kerel op ingelijste foto’s op andere plekken in het hotel. :-). De volgende dag vertrokken we naar Shapotou. We wilden niet met de taxi maar met de bus en liepen daar de halve stad voor rond. Met veel verbaasde en geamuseerde blikken van de lokale bevolking tot gevolg. Dat je als westerling daar rondloopt is al verrassend maar dan ook nog met een rugtas waar de gemiddelde chinees in past is wel heel apart. Na lang wachten kwam de bus eindelijk en konden we plaatsnemen. Het was een mooi ritje door de suburbs van Zongwhei. Schapen op de weg en schoolkinderen die meereden. Al met al weer mooi om te zien. We ontmoeten nog een Chinees die weer gezellig overtuigd in het Chinees zijn verhaal deed tegen ons en met ons opliep naar de toegangspoort.

Shapotou bleek een echte toeristische plek voor Chinezen, je vindt er geen westerlingen. Het bestaat uit een plekje aan de Yellow river met aan de ene kant een prachtig berglandschap en aan de andere kant een enorme zandduin met daarachter de woestijn. We boekten een kamer in een ouderwets Chinees villacomplex, waar we na onderhandelen en pleidooi over arme studenten ook hier een knap prijsje betaalden. De kamer was een klassiek Chinees plaatje met uitzicht over het water.

Aan dit bord is te zien dat Chinezen de grootste doelgroep van het park zijn… begrijp jij er wat van?Chinese reclame voor sheepskin raftenDat gaat nog best hard! Let op hoe de Chinese dame ingepakt is overmouwen, hoedje en monddoek allemaal tegen de zon..De enorme zandduin van Shapotou met de gondel en glijbaan

De forten die drijven op met lucht gevulde schapenhuiden, we hadden niet verwacht dat je ook echt de vorm zou herkennenDe gallerij waar onze kamer aan zatDe mooie kamerDe vrolijke ingang van onze villa

Een schitterende zonsondergang boven de yellow riverSymbolisch plaatje voor het naderende einde van onze reis…

Er waren genoeg dingen te doen: raften op een sheepskin vlot (niet gedaan, heel saai, van een kabelbaan naar de overkant van de rivier sjeezen (beetje te duur), en op een houten plank van de duin afglijden. Dat laatste hebben we wel gedaan en dat ging behoorlijk hard! We hebben verder weinig gedaan want we kwamen er voor onze rust (ahum) en de mooie omgeving. Later kwamen we de enthousiaste Chinees uit de bus weer tegen. “Guuuulaaan!” (Holland in het Chinees), kwam hij luid roepend aanlopen, trots liet hij ons de gelamineerde fotoprintjes van zijn acitivteiten van de dag zien, sheepskin raften en natuurlijk naar beneden sjeezen van de kabelbaan. De manier waarop Chinezen de toerist uithangen, tevreden met zijn aandenken ging hij weer naar huis. Eenmaal uitgerust zetten we voet naar Zongwhei om een kaartje voor de trein naar Hohhot te kopen.

Het andere China

De laatste stad die we samen met Arjan zouden bezoeken zagen we eerst vanuit de lucht. Toen we na een enigszins turbulente vlucht landen stonden we al snel buiten. Er stonden twee dames die ons maar wat graag hielpen en een jonge politieagent kon door zijn walkietalkie wel een goede taxichauffeur regelen. Na een poging van een andere taxichauffeur (na het nummerbord checken bleek het niet de gevraagde te zijn) kwam de juiste. Het briefje met de naam van het hostel in het Chinees bleef per ongeluk achter bij een van de vriendelijke dames. Na een rit van ongeveer een half uur gaf de taxichauffeur te kennen dat hij ons niet verder kon brengen. Hij regelde wel een andere taxi en zou doorgeven waar we heengingen.. al met al een vreemde situatie waar we met geen mogelijkheid konden checken of hij dat ook wel deed. Ondertussen waren we 90 yuan lichter en ergens in de middle of nowhere (we dachten in de buitenwijken van X’ian, een stad van 5 miljoen). De mannen vertrouwden het allemaal niet en hadden het gevoel opgelicht te worden. Carolien was daar nog niet van overtuigd en wachtte af. De taxi bracht ons uiteindelijk naar X’ian maar het verkeerde hostel.

We belden het hostel en vroegen hen de taxichauffeur te vertellen waar we heen moesten. Het duurde even voordat alles duidelijk was maar de meter ging weer aan en na een wat omslachtige reis waren we er dan eindelijk: Shuyuan hostel. Een superrelaxte plaats met binnentuinen, cafe, bar en wireless internet, wat wil je nog meer. We boekten meteen een tour naar het teracottaleger voor de volgende dag. Jia jia de dame die het ons verkocht zou ook onze guide zijn en vertelde dat we zouden zien hoe het leger gemaakt werd, lunchen bij een bepaald restaurant en naderhand zouden zien hoe zijde gemaakt werd, omdat hier de zijderoute begint.

’s Avonds bezochten we het moslim kwartier en aten lekkere kebab, gekruid brood en maar weer eens aubergine maar deze keer gefrituurd met een lekker beslaglaagje. We kochten nog een paar mooie souvenirs en gingen niet te laat naar bed.

Echte vissen in een sleutelhangerIslamitisch kraampjeKraampjes met allerlei lekkernijenDe drumtoren vlakbij het islamitische kwartier

Het islamitische kwartier van XianDeze man maakt het streekgerecht van Xian vergelijkbaar met een broodje Bapao

Het Terracotta leger

De eerste keizer van China had nogal wat noten op zijn zang. Hij verenigde het grootste deel van China zodat het voor het eerst een land vormde, voerde een algemene munteenheid in, introduceerde het Chinese schrift en liet het terracotta leger bouwen. Dat zijn de redenen waarom de Chinezen van hem houden en hem een goed man beschouwen. Maar ze zien hem ook als een slechte en psychotische man. Hij liet mensen door vierendelen m.b.v. paarden, martelde op gruwelijke wijze en liet het terracotta leger bouwen. Voor 40 jaar lang liet hij 720.000 boeren (!) en arbeiders gedwongen werken aan het leger en zijn tombe zodat hij na zijn dood beschermd zou zijn. Helaas stierf hij toen het bijna af was, ironisch genoeg, aan kwikvergiftiging dat hij elke dag een beetje innam omdat hij dacht dat hij dan langer zou leven. De tombe is nog steeds dicht omdat hier een zwembad vol met kwik in ligt en iedereen die het probeert te openen sterft. We vertrokken met een redelijk volle bus terwijl Jia Jia ons van alles vertelde over de keizer, het leger en zichzelf en ons aan elkaar voorstelde, wat ze erg leuk deed. We hadden toen nooit verwacht wat voor zaken zich achter de schermen af zouden spelen.

Eerst kwamen we aan bij de enige fabriek die legaal kopieën van het terracotta leger mag produceren (gek voor een land dat geen copyright kent). Er volgde een uitleg over de productie waarna we naar de volgende hal werden meegenomen. Tot zover het terracotta leger, nu volgden  ingelegde tafels, beelden, zijden sjaals, tapijten en overal verkopers om je te assisteren bij je aankoop: het opsturen naar huis zat al bij de prijs in.. Hoe bedoel je tourist trap. Dit was een megasouvenirsshop waar je onder het mom van ‘het leger maken’ doorheen werd geloodst. We waren echter in een goede stemming en namen het laconiek op, op naar het echte leger!

Terwijl de bus parkeerde bij het complex van het leger gebeurde er iets eigenaardigs. Jia Jia moest haar guide-kaart verstoppen en net doen alsof ze onze guide niet was anders zou het het hostel geld kosten aan de politie.. We liepen door en gaven onze studentenkaarten voor de korting. Jia Jia had haar kaart inmiddels weer om haar nek en een grote bloem in haar hand zodat we haar konden volgen (als echte toeristen). We keken eerst een film over hoe China een was geworden voor de eerste keer en hoe het legerbakken was gegaan. De legers zijn echt een enorme prestatie, ze bestaan uit mannen van vier verschillende rangen officier, schutter, generaal en ridder. Totaal ….. en allemaal tot in detail beschilderd. Het was nooit de bedoeling dat ze werden gevonden, ze waren namelijk de geheime bescherming van de keizer en bedekt met houten planken, een vezelmat en heel veel aarde. Na een aantal rellen direct na de dood van de keizer waren er een aantal ontdekt en vernield. Daarna werd het vergeten totdat tweeduizend jaar later in 1974 een boer een terracotta hoofd vond tijdens het graven van een waterput. Deze boer leeft nog steeds en was zowaar in het gebouw toen wij er ook waren. We vermoeden dat de vondst hem waarschijnlijk een leven lang gratis toegang, eten en drinken heeft opgeleverd bij het complex.

Na alle hallen te hebben bekeken verzamelden we ons bij de afgesproken plek. Jia Jia was enigszins panisch en telde iedereen constant. Ze had ons in de bus heen al verteld dat ze een net geslaagde tour guide was en dit haar derder tour was. Tijdens haar eerste tour was ze een tourist kwijtgeraakt en zonder deze teruggekomen. Als dat nog een keer zou gebeuren zou dat haar baan kosten dus ze was er erg op … ons allemaal bij elkaar te houden. Eenmaal compleet vroeg ze ons alvast voor het eten te betalen. Op zich een vreemde actie, je kunt prima betalen na het eten. Maar we deden het allemaal maar en hoopten dat het eten goed was.

Het restaurant had ook een grote souvenirafdeling maar niemand benaderde ons om wat te kopen. We liepen meteen door naar de tafels en namen plaats. Er werden warme gerechten gebracht en er was een koud buffet. Het koude buffet was zo goed als op, slechts wat restjes en de warme gerechten hadden ook al een tijdje klaargestaan. De aardappel met caramel was ondertussen zo afgekoeld dat je enkel met brute kracht nog een aardappeltje van het bord afkreeg. Na een verzoek tot iets meer dan restjes kregen we nog wat tomaat en komkommer maar het was allemaal niet om over naar huis te schrijven. Toen we hierna ook nog de silk market bezochten en ook dit een smoes bleek te zijn (niet dat we verrast waren) om ongelooflijk dure zijde artikelen te verkopen waren we wel klaar met deze tour. Toen Jia Jia aan het eind vroeg hoe we het hadden gevonden reageerden we niet al te uitgelaten. Hierna kwam ze onze korting teruggeven en vroeg ze nog even persoonlijk wat er niet had bevallen. Arjan en Martijn zeiden het restaurant slecht te vinden en dat de silk shop geen toegevoegde waarde had of ze dit aan haar baas kon doorgeven, dan kan hij daar misschien wat aan doen. Wat er toen gebeurde hadden we niet verwacht.

Jia Jia richtte zich tot Carolien en begon roodaangelopen en met trillende lip te vertellen over hoe blij ze was dat ze deze baan had. Waarop Carolien zei dat de kritiek allesbehalve persoonlijk was en alleen betrekking op de invulling van de tour had. Uiteindelijk bleek ze erg weinig te verdienen en een baan als guide moeilijk te krijgen, het hostel had een contract met het restaurant en zij had zelf de silk shop als toevoeging uitgekozen. Waarschijnlijk voor een extra zakcentje. Ze gaf Carolien een sleutelhanger en vroeg haar alsjeblieft niks te zeggen. Carolien vertelde op haar beurt dat ze alleen commentaar wilde geven als dit de tour verbeterde en haar baan absoluut niet in gevaar wilde brengen. Ze kon gerust zijn dat we niks zouden zeggen. Dit moest ze een paar keer herhalen om haar gerust te krijgen. Bij het verlaten van de bus beloofde ze ons nog drie gratis koffie. We zeiden dat dat echt niet hoefde (een bribe was genoeg). Binnen aan een lekker koud biertje kwam ze ons het briefje voor de gratis koffie brengen en vroeg ze ons een goed woordje voor haar te doen, bij voorkeur op de website. We kletsten nog wat na met een aantal Zweedse tourgenoten die onder andere een boek hadden gelezen over de Chineze bedrijfscultuur, daarin stond dat er absoluut geen ruimte was voor kritiek naar de baas. Als je die al wilde spreken moest je een afspraak maken van binnenlopen is geen sprake. Al met al een vreemde dag.

Een van de vrouwen die geconcentreerd beeldjes maken van de teracotta warriorsDe excursie naar het terracota legerTerracota wariors in het kleinTerracota wariors in het groot! De echte jongens!

Tsja, daar word je wel even stil van..Zoveel warriors zoveel verschillende gezichten, allemaal uniek!De chinezen waren alveel verder..

De boogschutterMartijn en Arjan chillen even na..

De laatste dag samen werd besteed aan mooie souvenirs kopen en ontspannen. Tijdens het souvenirs kopen kwamen we nog een Chinees tegen die zowaar (je gelooft het niet) Duits sprak! Dat leidde tot hilarische Duits/Niederlandisch/Engelse conversaties en uiteindelijk een gaaf souvenir voor iemand van wie de naam een bloem is… Arjan vloog vroeg in de morgen naar Shanghai en het afscheid was niet zo zwaar aangezien we hem over iets meer dan twee weken alweer zien.
Hondenhuiden..